Onderstaande procedure voor richtlijnontwikkeling, inclusies revisies, is voorgesteld door de commissie richtlijnen van de SWAB, en wordt door deze commissie geëvalueerd en zo nodig aangepast.
Onderstaande versie is goedgekeurd door het SWAB bestuur op 28 juni 2024.
De SWAB richtlijnen betreffen aanbevelingen met betrekking tot antimicrobiële therapie en profylaxe. Principes van diagnostiek worden opgenomen voor zover zij essentieel zijn voor het beleid. De omvang van dit deel kan per richtlijn verschillen. Het is niet de bedoeling om uitgebreide diagnostiekrichtlijnen te maken. De SWAB richtlijnen verschillen hierin van de richtlijnen van specialistenverenigingen (NVALT e.d.), die vaak betrekking hebben op andere aspecten van de behandeling van een infectie.
Het programma richtlijnen is gericht op intramuraal gebruik van antimicrobiële middelen in ziekenhuizen. De doelgroep bestaat uit de antibioticacommissies van ziekenhuizen die met hulp van de SWAB richtlijnen lokale protocollen (antibioticaboekjes) opstellen. De SWAB beheert een geactualiseerd adresbestand van de antibiotica/geneesmiddelencommissies. De SWAB richtlijnen verschillen hierin van de richtlijnen van specialistenverenigingen, die zich richten tot individuele voorschrijvers.
Er wordt naar gestreefd ook bij te dragen aan de ontwikkeling van richtlijnen voor extramuraal/eerstelijns antibioticagebruik. Er is daartoe een convenant met het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). Bij het ontwikkelen van SWAB-richtlijnen zal het NHG uitgenodigd worden een lid af te vaardigen naar de commissie die een specifieke richtlijn voorbereidt. Anderzijds zegt de SWAB toe waar nodig bij te dragen aan (herziening van) NHG standaarden. Ook wordt indien aan de orde afgestemd met Verenso, de vereniging van specialisten Ouderengeneeskunde, met zo nodig afgevaardigden in elkaars richtlijnen.
De voorbereidingscommissie inventariseert tijdens de eerste bijeenkomst ook of er relevante en kwalitatief goede buitenlandse richtlijnen over het onderwerp beschikbaar zijn. Deze kunnen op verschillende wijzen gebruikt worden:
Hierbij zijn de volgende punten van belang (FMS Medisch Specialistische richtlijnen 3.0, 2022):
De coördinator screent alle zoekresultaten op titel en abstract en beslist of een artikel relevant, mogelijk relevant of irrelevant is voor het beantwoorden van de betreffende onderzoeksvraag. Alle artikelen uit de eerste en tweede categorie worden opgezocht. Deze volledige tekst van elk artikel wordt preferentieel door twee experts (bijv. de coördinator en een ander lid van de voorbereidingscommissie) beoordeeld op relevantie. Hiervoor kunnen voor de individuele onderzoeksvraag relevante checklists gebruikt worden. De als relevant beschouwde artikelen worden dan –eventueel aangevuld door toegevoegde secundaire referenties- samengevat in een tekst waarin wordt gepoogd een antwoord te formuleren op de (vooraf bepaalde) onderzoeksvraag of -subvragen.
In de oudere SWAB Richtlijnen werd een duidelijke gradatie in bewijskracht aangegeven zoals gedefinieerd volgens de CBO – handleiding (mate van bewijskracht -zie CBO handleiding p.21-22).1
Bij de nieuwe SWAB richtlijnen wordt het AGREE instrument gebruikt,2 en volgt de commissie daarnaast een richtlijn-ontwikkelproces vergelijkbaar met dat van de Infectious Diseases Society of America (IDSA), die een systematische methode hanteert om de kwaliteit van de evidence (very low, low, moderate, and high) en de sterkte van de aanbevelingen (weak or strong) te graderen (Figuur 1).3
De kwaliteit van het bewijs wordt gegradeerd volgens het GRADE (Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation) systeem. Kwaliteit van bewijs wordt door meerdere factoren bepaald, waarvan de belangrijkste het study design is (Fig. 1)4. De overige factoren (bijv. risk of bias) kunnen de kwaliteit van het design versterken of verzwakken.
In de volgende stap worden Aanbevelingen gemaakt, gegradeerd als Strong of Weak. Dit wordt bepaald door kwaliteit van bewijs, patiëntenpreferenties, middelen en kosten, en de balans tussen voordelen en belasting (Fig. 1)5.
De SWAB is van mening dat lage kwaliteit van bewijs niet automatisch resulteert in een zwakke aanbeveling – en omgekeerd. Bijvoorbeeld: afnemen van bloedkweken voor start antibiotica: zwak bewijs, sterke aanbeveling.3,6 Dit wordt bij elke aanbeveling besproken in de sectie: “Overige overwegingen”, zo mogelijk onderscheiden in patiëntenpreferenties, middelen en kosten, en de balans tussen voordelen en belasting.
Als er geen wetenschappelijk bewijs is, worden aanbevelingen gemaakt op grond van de mening en ervaring van de commissieleden, en als zodanig gegradeerd: Expert opinion of Good practice statement (GPS).
Figuur 1
De definitieve SWAB-richtlijn met de onderliggende systematische review wordt (in het Nederlands of Engels) kostenloos beschikbaar gemaakt op de SWAB-website (http://www.swab.nl/richtlijnen). Gestreefd wordt de (vertaalde) review, en/of een samenvatting van de richtlijn, ter publicatie aan te bieden. De SWAB houdt contact met de antibioticacommissies en zendt de richtlijnen rechtstreeks toe aan de commissies. De adviezen van de richtlijnen worden verwerkt in het Nationale Antibioticaboekje van de SWAB: SWAB-ID (www.swab-id.nl). Elk ziekenhuis in Nederland kan tegen een geringe vergoeding een licentie krijgen voor een lokale versie van het Nationale Antibioticaboekje. Updates in het Nationale Boekje worden automatisch gedistribueerd naar de lokale versies, wat bevordert dat de lokale boekjes de meest recente richtlijnen volgen.
De inkomsten van de SWAB bestaan uitsluitend uit subsidies van het RIVM/CIb. Deze heeft geen invloed op de inhoud van de richtlijnen. Dit wordt bij elke richtlijn als zodanig vermeld.
De commissie richtlijnen realiseert zich dat er tussen leden van de voorbereidingscommissies en de (farmaceutische) industrie op velerlei vlak banden kunnen bestaan, welke potentieel van invloed kunnen zijn op de conclusies van de richtlijnen. De commissie volgt in het onderstaande de politiek van het British Medical Journal,7 en de Cochrane Collaboration Policy on Commercial Sponsorship,8 voorzover van toepassing.
De SWAB streeft ernaar de richtlijnen in principe elke 5 jaar te herzien. Tot een eerdere herziening kan door de Commissie Richtlijnen en/of het SWAB bestuur worden besloten op grond van ontwikkelingen in de wetenschap. In dat geval wordt de richtlijncommissie opnieuw bijeengeroepen. In voorkomende gevallen kan ook een Addendum gemaakt worden bij een nog geldige richtlijn. Anderzijds kan een latere herziening worden toegestaan als er volgens de experts in het land geen belangrijke wijzigingen zijn geweest in de 5 jaar na het verschijnen van de richtlijn. In dat geval wordt de geldigheidsduur, op voorstel van de Richtlijncommissie, door het SWAB bestuur met maximaal 5 jaar verlengd.
Bijlage 1: Belangenverklaring
Bijlage 2: Format standaard formuleringen SWAB richtlijn
De Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB) is in 1996 opgericht op initiatief van de Vereniging voor Infectieziekten, de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisapothekers. De SWAB beoogt de kwaliteit van het antibioticagebruik in Nederland te optimaliseren teneinde een bijdrage te leveren aan de beheersing van resistentie-ontwikkeling en aan beperking van de kosten en andere negatieve effecten van antibioticagebruik.
Blijf op de hoogte →
In onze privacy statement leest u meer over ons cookiebeleid.