Naar ander hoofdstuk:
|
Ook bij kinderen worden intraveneuze antimicrobiële middelen al geruime tijd toegediend bij verschillende infecties in de thuissituatie. In het algemeen geldt dat infecties tegenwoordig steeds korter intraveneus behandeld hoeven te worden. Een artritis of osteomyelitis, die voorheen drie weken intraveneus behandeld werd, kan bij goede klinische respons na enkele dagen over op orale therapie. Er blijven echter indicaties bestaan waarbij langdurige intraveneuze behandeling noodzakelijk is. Thuisbehandeling biedt dan voordelen boven behandeling in het ziekenhuis. OPAT biedt kinderen en ouders/verzorgers de mogelijkheid het normale leven zoveel als mogelijk weer op te pakken. Een voorbeeld van een informatie-overzicht van het St. Antonius-ziekenhuis specifiek voor de ouders of verzorgers van een baby die behandeld wordt met OPAT is te vinden op https://www.antoniusziekenhuis.nl/behandelingen-onderzoeken/thuis-antibiotica-infuus-voor-babys/pdf_download.
Voorbeelden van infecties bij kinderen die in aanmerking komen voor OPAT:
Net als bij volwassenen geldt bij kinderen dat er een algemene beoordeling van geschiktheid voor OPAT (zie hoofdstuk 2.3) moet plaatsvinden. De behandelend kinderarts(-infectioloog) zal samen met de (OPAT-)verpleegkundige bepalen of de indicatie voor OPAT juist is.
In vergelijking met volwassenen zijn er enkele randvoorwaarden die specifiek voor kinderen gelden die hieronder worden beschreven.
Foto: Eric Scholten
De ouders of verzorgers van het kind dienen in staat te zijn de zorg voor het kind thuis te waarborgen. Dit is een individuele inschatting die de arts maakt, eventueel samen met de afdelings- en transferverpleegkundige. Er zijn geen specifieke patiëntencategorieën waarbij OPAT gecontra-indiceerd is. Hoewel er geen harde ondergrens is wat betreft leeftijd, zullen neonaten veelal niet voor OPAT in aanmerking komen. Dit heeft naast de medische kwetsbaarheid ook te maken met de vaak fragiele intraveneuze toegang.
De mogelijke intraveneuze toegangen zijn beschreven in hoofdstuk 2.7. Indien de patiënt geen getunnelde centraal veneuze katheter of Port-a-Cath heeft, gaat de voorkeur bij kinderen uit naar een PICC of een midline. Echter, indien antibioticum toegediend wordt middels een elastomeer, kunnen er verdere eisen worden gesteld zoals dat de PICC lijn 3 Fr of groter dient te zijn. Is de PICC lijn kleiner dan 3 Fr, dan is het in de thuissituatie nodig een continue flow met behulp van een infuuspomp te waarborgen. Tevens passen sommige ziekenhuizen (bijv. het Radboudumc) hartmonitorbewaking toe bij kinderen <1 jaar met een PICC, maar dit geldt niet voor alle ziekenhuizen. Een perifeer infuus heeft bij kinderen niet de voorkeur vanwege het risico op sneuvelen en daardoor herhaaldelijk opnieuw moeten laten prikken in het ziekenhuis.
Alle antimicrobiële middelen die veilig zijn voor kinderen en die geschikt zijn voor toediening in de thuissituatie (vanwege de toedieningsfrequentie of de houdbaarheid) kunnen bij kinderen voor OPAT gebruikt worden. Doseringen worden in het algemeen aangehouden conform het kinderformularium. Wanneer medicatie continu wordt toegediend, zal de dagdosering in overleg met apotheker worden aangepast. Ouders mogen in de thuissituatie ook zelf medicatie toedienen. . Voorwaardes zijn dat ze door zichzelf en de hoofdbehandelaar of het OPAT-team hiertoe in staat worden geacht, en dat ze duidelijke scholing en instructies hebben gehad. Tevens moet de back-up functie van de wijkverpleging zijn gegarandeerd. Op zelftoediening wordt dieper ingegaan in hoofdstuk 3.2 Zelftoediening.
Bij ontslag wordt de huisarts geïnformeerd. De behandelend (kinder)arts is verantwoordelijk voor de monitoring van het effect van de behandeling en de eventuele bijwerkingen. Ook dient de poliklinische follow-up door de kinderarts geregeld te worden. Samen met de klinische hoofdbehandelaar wordt het poliklinische traject inclusief primair aanspreekpunt afgestemd. Veelal is dit de (kinder)arts(-infectioloog), eventueel samen met de OPAT verpleegkundige.
De Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB) is in 1996 opgericht op initiatief van de Vereniging voor Infectieziekten, de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisapothekers. De SWAB beoogt de kwaliteit van het antibioticagebruik in Nederland te optimaliseren teneinde een bijdrage te leveren aan de beheersing van resistentie-ontwikkeling en aan beperking van de kosten en andere negatieve effecten van antibioticagebruik.
Blijf op de hoogte →
In onze privacy statement leest u meer over ons cookiebeleid.