Gepubliceerd op 11-07-2024

Nieuwe SWAB richtlijn 'Community-acquired pneumonie (CAP)' gepubliceerd


De SWAB heeft een nieuwe richtlijn ontwikkeld: ‘Management of Community-Acquired Pneumonia in Adults met supplement . Deze herziening van de SWAB/NVALT-richtlijn voor CAP uit 2024, gebaseerd op de versie uit 2016, richt zich op nieuwe gegevens met betrekking tot röntgen- en laboratoriumdiagnostiek voor CAP, de optimale duur van de antibioticabehandeling, de rol van aanvullende corticosteroïden, de waarde van vervolgbeeldvorming na ontslag, en de korte- en langetermijngevolgen van CAP. Deze richtlijn is bestemd voor zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van volwassenen met die zich presenteren in het ziekenhuis, en daarna poliklinisch of klinisch verder behandeld worden.

Beschrijving richtlijn en doelgroep
De aanbevelingen gelden voor volwassen CAP-patiënten in Nederland, met uitzondering van immuungecompromitteerde patiënten, orgaantransplantatiepatiënten, hiv-positieve patiënten en patiënten onder immunosuppressieve behandeling. Het doel van deze richtlijn is om artsen op de hoogte te stellen van de belangrijke ontwikkelingen en controverses in het antibioticum beleid voor patiënten die zich presenteren in het ziekenhuis met een CAP. De richtlijn is in overeenstemming met de NHG ‘Acuut hoesten’ richtlijn die in 2024 is opgesteld voor huisartsen.

Wat is er nieuw?

  • Bij patiënten met een vermoeden van CAP wordt een X-thorax aanbevolen als primaire radiografische beeldvorming. In gevallen met een hoge verdenking en een niet-conclusieve X-thorax, wordt een aanvullende low-dose CT-scan van de borstkas geadviseerd. Longechografie kan worden beschouwd als een geschikt alternatief voor een röntgenfoto als primaire beeldvormingstechniek bij een vermoeden van CAP, mits de logistiek hiervoor aanwezig is en het onderzoek uitgevoerd wordt door adequaat geschoolde professionals.

  • Het routinematig verkrijgen van sputum- en bloedkweken bij volwassenen met milde tot matig ernstige CAP wordt niet langer aanbevolen, gezien de relatief beperkte opbrengst hiervan. Het gebruik van procalcitonine bij de beslissing om antibiotica te starten of achterwege te laten bij vermoeden van CAP wordt ook niet aanbevolen.

  • Voor volwassenen met milde tot matig ernstige CAP met een goede klinische respons wordt een antibiotica duur van 5 dagen aanbevolen, en hetzelfde geldt voor patiënten met ernstige CAP. Voor Legionella CAP wordt een behandeling van 7-10 dagen overwogen bij een goede klinische respons; voor Mycoplasma en Chlamydophila behandeld met doxycycline of fluorchinolonen kunnen 7 dagen voldoende zijn bij een goede klinische respons. Voor CAP veroorzaakt door P. aeruginosa en S. aureus wordt een behandelingsduur van 7-14 dagen voorgesteld, afhankelijk van de ernst van de ziekte en de respons op de behandeling.

  • Corticosteroïden worden niet aanbevolen als aanvullende therapie voor de behandeling van niet-ernstige CAP. Gezien het potentiële gunstige effect op de opnameduur in het ziekenhuis en de 28-dagen mortaliteit, wordt het gebruik van corticosteroïden wel aanbevolen bij patiënten met ernstige CAP die voldoen aan een van de volgende criteria: mechanische ventilatie met PEEP > 5 cm water; high-flow zuurstof met een FiO2 > 50% en een PaO2 < 300; non-rebreathing masker met een PaO2 < 300; PSI klasse V/CURB-score 4 of 5 en de afwezigheid van relatieve contra-indicaties (bijv. voorgeschiedenis die op aspiratie wijst, pneumonie veroorzaakt door influenza).

  • Na ontslag uit het ziekenhuis wordt het routinematig gebruik van vervolgbeeldvorming van de borstkas bij volwassenen met CAP die verbeteren na de start van de antibioticabehandeling niet aanbevolen. Daarnaast wordt nu geadviseerd dat bij ontslag de patiënt en familie geïnformeerd worden over de te verwachten kortetermijngevolgen van CAP, zoals vermoeidheid, hoest en dyspneu in de eerste 4-6 weken na ontslag.

 

De richtlijn is opgesteld op initiatief van de SWAB door een multidisciplinaire commissie met als voorzitters prof. dr. Jan Prins (internist-infectioloog) en voorzitter prof. dr. W. Joost Wiersinga (internist-infectioloog), en tevens gemandateerde leden van de volgende wetenschappelijke verenigingen:
  Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT)
  Nederlandse Vereniging voor Internisten-Infectiologen (NVII)
  Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC)
  Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM)
  Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA)
  Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG)


Deze richtlijn draagt bij aan het optimaliseren van het antibioticabeleid en het beheersen van kosten en resistentieontwikkeling in Nederland. De SWAB richtlijnen dienen als raamwerk voor de commissies die antibioticaformularia opstellen in ziekenhuizen. Het volledige SWAB-richtlijnen overzicht vind u hier.


Stichting Werkgroep Antibioticabeleid

De Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB) is in 1996 opgericht op initiatief van de Vereniging voor Infectieziekten, de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisapothekers. De SWAB beoogt de kwaliteit van het antibioticagebruik in Nederland te optimaliseren teneinde een bijdrage te leveren aan de beheersing van resistentie-ontwikkeling en aan beperking van de kosten en andere negatieve effecten van antibioticagebruik.

Blijf op de hoogte →

SWAB maakt gebruik van cookies

In onze privacy statement leest u meer over ons cookiebeleid.