Gepubliceerd op 06-08-2024

Nieuwe SWAB richtlijn 'Antimicrobial Treatment of Periprosthetic Joint Infections' gepubliceerd


De SWAB heeft een nieuwe richtlijn ontwikkeld: 'Antimicrobial Treatment of Periprosthetic Joint Infections’ . Deze richtlijn bevat aanbevelingen voor volwassenen met een geïnfecteerd kunstgewricht. Zowel de empirische als de kweekgeleide therapie komen aan bod, voor vroege en late infecties, zowel voor situaties waarin het gewricht behouden wordt als die waarbij het kunstgewricht geëxplanteerd wordt. Profylaxe, lokale therapie en indicaties voor chirurgie vallen buiten het bestek van deze richtlijn. Deze richtlijn is bestemd voor zorgverleners die betrokken zijn bij de behandeling van volwassenen met een geïnfecteerd kunstgewricht. Klik hier om de SWAB richtlijn te downloaden. 

Aanleiding:
Geïnfecteerde gewrichtsprotheses (PJI) vormen een ernstige complicatie na het plaatsen van gewrichtsprotheses, zoals heupen en knieën, met een incidentie van 1,5-2% in Nederland. Vanwege de vergrijzing en het toenemend aantal protheses, zal het aantal PJI’s naar verwachting stijgen. Deze richtlijn is ontwikkeld door de Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB) om Nederlandse zorgverleners te voorzien van evidence-based aanbevelingen voor de antimicrobiële behandeling van PJI.

Wat is nieuw?
Deze richtlijn biedt geactualiseerde aanbevelingen voor zowel de empirische als de gerichte antimicrobiële behandeling van PJI, gebaseerd op een systematische literatuurbeoordeling en expert consensus. Aanbevelingen zijn opgenomen over het gebruik van rifampicine in combinatie met andere antibiotica voor de behandeling van stafylokokkeninfecties, evenals specifieke behandelingen voor andere bacteriële pathogenen zoals enterokokken, gramnegatieve bacillen en schimmelinfecties.

Waar heeft de commissie op gelet en naar gekeken?
De richtlijn is ontwikkeld met behulp van de AGREE-methodologie, waarbij een systematische beoordeling van de literatuur is uitgevoerd. Hierbij is gebruikgemaakt van de GRADE-criteria om de kwaliteit van bewijs en de sterkte van aanbevelingen te beoordelen. De commissie heeft 16 klinische vragen (PICO’s) geformuleerd om de meest relevante aspecten van de antimicrobiële behandeling van PJI te onderzoeken. Factoren zoals de lokale epidemiologie, resistentiepatronen, eerdere behandelingen, en chirurgische strategieën zijn in overweging genomen bij de geformuleerde adviezen.

Belangrijkste aanbevelingen:

  • Empirische therapie: Empirische antibiotische behandeling moet worden afgestemd op de vermoedelijke verwekker en de gekozen chirurgische strategie. Bijvoorbeeld, voor postoperatieve acute PJI wordt vancomycine met ceftriaxon aanbevolen om dekking te bieden tegen de meest voorkomende pathogenen zoals Staphylococcus aureus en coagulase-negatieve stafylokokken.

  • Gerichte therapie: Na het verkrijgen van kweekresultaten moet de behandeling worden aangepast aan het specifieke veroorzakende pathogeen.

  • Rifampicine-gebaseerde Behandeling: Voor PJI veroorzaakt door stafylokokken wordt het gebruik van rifampicine in combinatie met een fluoroquinolon aanbevolen, tenzij er resistentie is tegen deze middelen.

  • Chronische suppressieve antibiotische therapie: Voor patiënten bij wie chirurgisch debridement niet mogelijk is, of niet adequaat kan worden uitgevoerd, kan, na initiële behandeling van de PJI, langdurige onderdrukkende antibiotica worden overwogen. De beslissing om de behandeling hiermee voort te zetten moet individueel worden bepaald op basis van toxiciteit en patiëntkenmerken.

  • Duur van de therapie: Bij acute PJI die behandeld worden met DAIR (Debridement, Antibiotica en Implant Retention) wordt een antibioticakuur van 12 weken aanbevolen, maar kan overwogen worden om grond van het klinisch beloop korter (6 weken) te behandelen. Voor chronische infecties die behandeld worden met een één-staps revisie (explantatie en reimplantatie van een nieuwe prothese in 1 chirurgische procedure), kan een duur van 6 tot 12 weken passend zijn, afhankelijk van de klinische omstandigheden.



De richtlijn is opgesteld op initiatief van de SWAB door een multidisciplinaire commissie met als voorzitters dr. Edgar Peters en dr. Henk Scheper (internisten-infectiologen), met gemandateerde leden van de volgende wetenschappelijke verenigingen:
  Nederlandse Internisten Vereniging / Nederlandse Vereniging van Internist-Infectiologen (NIV/NVII)
  Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM)
  Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisapothekers (NVZA)
  Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV)
  Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NvvH)


Deze richtlijn draagt bij aan het optimaliseren van het antibioticabeleid en het beheersen van kosten en resistentieontwikkeling in Nederland. De SWAB richtlijnen dienen als raamwerk voor de commissies die antibioticaformularia opstellen in ziekenhuizen. Het volledige SWAB-richtlijnen overzicht vind u hier.

Stichting Werkgroep Antibioticabeleid

De Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB) is in 1996 opgericht op initiatief van de Vereniging voor Infectieziekten, de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie en de Nederlandse Vereniging voor Ziekenhuisapothekers. De SWAB beoogt de kwaliteit van het antibioticagebruik in Nederland te optimaliseren teneinde een bijdrage te leveren aan de beheersing van resistentie-ontwikkeling en aan beperking van de kosten en andere negatieve effecten van antibioticagebruik.

Blijf op de hoogte →

SWAB maakt gebruik van cookies

In onze privacy statement leest u meer over ons cookiebeleid.